I het totaal

zelfst.naamw.

Uitspraak:

[toˈtal]

1) alle bedragen bij elkaar - total

Het totaal bedraagt honderdvijfentwintig euro. - In total the amount is one hundred twenty five euro. In totaal ben je me dertig euro schuldig. - In total you owe me thirty euro.

2) alles - totality, all

het totaal aan mogelijkheden - all possibilities

II totaal

bijv.naamw.

Uitspraak:

[toˈtal]

geheel - total, entire, whole

een totale omwenteling - full cycle

III totaal

bijwoord

Uitspraak:

[toˈtal]

helemaal - totaly, completely, wholy

Ik maak me totaal geen zorgen. - I don't worry about it at all.

© K Dictionaries Ltd.

het totaal	the aggregate
totaal	integral ; complete ; completely ; completeness ; consummate ; deep ; fullness ; fully ; in depth ; penetrating ; perfect ; profound ; thorough ; total ; utter ; utterly ; whole ; wholly ; quite ; all ; all-in ; altogether ; amount ; at all ; complete, total ; entirely ; full ; overall ; aggregate ; sum ; sum total ; through ; TOT (Afkorting) ; Total ; total amount ; total sum ; totally

Bronnen: interglot; Wakefield genealogy pages; Wikipedia; Vlietstra; MWB; Antiquarian Dictionary; Download IATE, European Union, 2017.




NL: absoluut
NL: alles
NL: belichaming
NL: compleet
NL: degelijk
NL: diepgaand
NL: diepgravend
NL: eenheid
NL: faliekant
NL: finaal

Let op de verschillende spellingsvarianten in UK- en US-Engels: UK-spelling: compleat US-spelling: complete

NL: totale oorlog EN: total war
NL: algemeen totaal EN: grand total
NL: in totaal EN: in all
NL: in totaal bedragen EN: total