behoren

werkw.

Uitspraak:	[bəhorə(n)]
Verbuigingen:	behoorde (verl.tijd ) heeft behoord (volt.deelw.)

moeten volgens de regels - belong, act accordingly

weten hoe men zich in het verkeer behoort te gedragen - know the principles of responsible traffic behavior

© K Dictionaries Ltd.

behoren (ww.)	to befit ; to belong ; to belong to ; to come to ; to fall to ; to pertain
behoren	accesories ; be fitting ; have to ; must ; ought to ; should

Bronnen: Wakefield genealogy pages; interglot; Wikipedia; MWB




NL: betamen
NL: deel uitmaken
NL: dienen
NL: horen
NL: moeten
NL: passen
NL: schikken
NL: toebehoren
NL: uitkomen
NL: voegen

NL: dat behoort niet EN: that is not fit (proper)
NL: behoren bij EN: go with (a colour)
NL: dat behoort er zo bij EN: that is part of the game
NL: behoren tot EN: belong to, be among
NL: weten hoe 't behoort EN: know one's manners
NL: zo behoort 't EN: that's the way to do it