Vertalingen uithalen NL>DE
uithalen
werkw.
Uitspraak: | [ˈœythalə(n)] |
Verbuigingen: | haalde uit (verl.tijd ) heeft uitgehaald (volt.deelw.) |
1) doen wat niet mag -
aushecken , aushecken kattenkwaad uithalen - Blödsinn aushecken |
2) wat je hebt gebreid, gehaakt of genaaid weer ongedaan maken -
aufziehen , aufriffeln de laatste steken uithalen - die letzten Maschen wieder aufriffeln |
3) helpen -
nützen Ik ben bang dat die maatregelen weinig zullen uithalen. - Ich fürchte, dass die Maßnahmen wenig nützen. |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
uithalen (ww.) | ausholen (ww.) ; treiben (ww.) ; lösen (ww.) ; losziehen (ww.) ; losmachen (ww.) ; loslösen (ww.) ; loskoppeln (ww.) ; loshaken (ww.) ; lockern (ww.) ; leermachen (ww.) ; herausnehmen (ww.) ; ausräumen (ww.) ; ausnehmen (ww.) ; ausmisten (ww.) ; aushecken (ww.) ; ausheben (ww.) ; ausfädeln (ww.) ; auftrennen (ww.) ; aufmachen (ww.) ; auflösen (ww.) ; aufknoten (ww.) ; andrehen (ww.) ; abtrennen (ww.) ; abkoppeln (ww.) ; abhängen (ww.) |
uithalen (werkw.) | herausholen |
uithalen | Herausziehen |
Bronnen: interglot; Wiktionary; Download IATE, European Union, 2017.
Voorbeeldzinnen met `uithalen`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: aanvallenNL: batenNL: begaanNL: doenNL: krabbenNL: ledigenNL: leeghalenNL: leegmakenNL: loshalenNL: loskrijgenUitdrukkingen en gezegdes
NL: voor iemand
uithalen
DE: (hem feestelijk onthalen) einen reichlich bewirten DE: (uitwijken) ausweichen, ausholen DE: (met arm etc. om te slaan) ausholenNL: baldadigheden
uithalen
DE: Unfug treibenNL: (wat heb je nu weer) uitgehaald
DE: angestellt, herausgestecktNL: dat haalt niets uit
DE: dabei kommt nichts heraus