Vertalingen baten NL>DE
baten (werkw.) | der, mv. Erträge ; nutzen ; nützen |
de baten | der Besitz ; das Besitztum ; das Eigentum ; die Ersparnis ; das Guthaben ; die Habe ; das Kredit ; der Segen ; die Vorteile |
baten | Nutzen |
Bronnen: Wiktionary; interglot; Download IATE, European Union, 2017.
Voorbeeldzinnen met `baten`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: activaNL: bezitNL: dienenNL: heilenNL: tegoedNL: voordelenUitdrukkingen en gezegdes
NL: het baat hem niet
DE: es nützt ihm nichtsNL: daarmee is hij niet gebaat
DE: damit ist ihm nicht geholfenNL: baat het niet, het schaadt ook niet
DE: hilft es nicht, so schadet's doch nicht