Vertalingen gebrek NL>DE
het gebrek
zelfst.naamw.
| Uitspraak: | [xəˈbrɛk] |
| Verbuigingen: | gebreken (meerv.) |
1) iets dat er niet is of waarvan er te weinig is -
Mangel (der ~) | gebrek aan schoon drinkwater - Mangel an sauberem Trinkwasser |
 bij gebrek aan beter
(=als tweede keus) - in Ermangelung eines Besseren
|
2) iets wat niet helemaal goed of kapot is -
Mangel (der ~), Fehler (der ~), Behinderung (die ~), Gebrechen (das ~) | lichamelijke gebreken
(=) - Körperbehinderungen
|
| een verborgen gebrek
(=fout die tijdens de verkoop niet bekend was) - ein verborgener Mangel
|
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
| het gebrek | das körperliches Gebrechen ; der Fehler ; die Fehlmenge ; das Gebrechen ; das Handikap ; die Hinfälligkeit ; die Kargheit ; die Knappheit ; die Kränklichkeit ; der Fehlbetrag ; der Mangel ; das Manko ; die Not ; die Schwachheit ; die Schwäche ; die Spärlichkeit ; die Ärmlichkeit ; die Ermangelung ; das Elend ; das Defizit ; der Defekt ; die Beschwerde ; die Bedürftigkeit ; die Armut ; die Abweichung |
| gebrek | Defizienz ; Schwäche ; mangelhafte Ausführung ; Mangel ; Körperfehler ; Gebrechlichkeit ; Fehler im Holz ; Fehler |
Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.
Voorbeeldzinnen met `gebrek`
Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: afwijkingNL: armoedeNL: defectNL: deficitNL: ellendeNL: euvelNL: feilNL: foutNL: gemisNL: handicapUitdrukkingen en gezegdes
NL: gebrek aan
DE: Mangel an (3)NL: hij heeft
gebrek aan geld
DE: (ook) es mangelt (fehlt) ihm an GeldNL: bij
gebrek aan beter
DE: aus Mangel an etwas Besserem, in Ermangelung eines BesserenNL: bij
gebrek aan bewijs
DE: aus Mangel an Beweisen, in Ermangelung eines BeweisesNL: aan boeken geen
gebrek
DE: Bücher in Hülle und FülleNL: (daar heerst) het ergste
gebrek
DE: die ärgste NotNL: van
gebrek (omkomen)
DE: vor HungerNL: in
gebreke blijven
DE: (ten achter zijn) im Rückstand, im Verzug sein, sich in Verzug befinden, (ten achter raken) in Rückstand, in Verzug geraten, kommenNL: in
gebreke blijven (iets te doen)
DE: unterlassen, versäumen, verfehlenNL: (bij die ramp) is hij schandelijk in
gebreke gebleven
DE: hat er schändlich versagtNL: (ik zal niet) in
gebreke blijven
DE: verfehlen, ermangelnNL: in
gebreke stellen
DE: in Verzug setzenNL: lichamelijk
gebrek
DE: Körperfehler (der)NL: gebrek aan de voet
DE: Fußübel (das)NL: de
gebreken (v.d. ouderdom)
DE: die Beschwerden, die GebrechenNL: (wij hebben allemaal onze)
gebreken
DE: Fehler, MängelNL: zonder
gebreken
DE: fehlerfrei
