Vertalingen uitdenken NL>ES
uitdenken (ww.) | apretar (ww.) ; compendiar (ww.) ; comprimir (ww.) ; concentrarse (ww.) ; condensarse (ww.) ; divagar (ww.) ; estrujar (ww.) ; imaginar (ww.) ; inventar (ww.) ; pensar (ww.) ; planear (ww.) |
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `uitdenken`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: bedenkenNL: fantaserenNL: uitdokterenNL: uitkienenNL: uitknobbelenNL: verdichtenNL: verzinnenNL: voorwenden