tegenvallen

werkw.

Uitspraak:	[ˈtexə(n)vɑlə(n)]
Verbuigingen:	viel tegen (verl.tijd ) is tegengevallen (volt.deelw.)

niet zo goed, mooi of leuk zijn als je had gedacht - enttäuschen

tegenvallende rapportcijfers - enttäuschende Berichtszahlen Het aantal bezoekers van het benefietconcert viel fors tegen. - Die Besucheranzahl des Benefitskonzerts enttäuschte ziemlich.

© K Dictionaries Ltd.

tegenvallen (ww.)	enttäuschen (ww.) ; ernüchtern (ww.) ; frustrieren (ww.) ; nicht beantworten an das was man erwartet (ww.)
tegenvallen (werkw.)	enttäuschen
tegenvallen	hinter den Erwartungen zurückbleiben ; schlechter sein als erwartet

Bronnen: interglot; Wiktionary




NL: afvallen
NL: benadelen
NL: duperen
NL: frustreren
NL: laten zakken
NL: ontgoochelen
NL: te kort schieten
NL: teleurstellen

NL: (dat) valt me tegen DE: entspricht meinen Erwartungen nicht, enttäuscht mich, bleibt hinter meiner Erwartung zurück
NL: dat valt tegen! DE: das ist eine Enttäuschung!
NL: je valt me tegen DE: (ook) ich habe mich in dir getäuscht
NL: (de rechtsbinnen) viel ontzettend tegen DE: leistete gar nichts, versagte völlig