Vertaal
Naar andere talen: • trek > ENtrek > EStrek > FR
Vertalingen trek NL>DE

de trek

zelfst.naamw. (m.)
Uitspraak:  [trɛk]
Verbuigingen:  trekken (meerv.)

1) kenmerk van iemands gezicht of karakter - Zug (der ~)
een gezicht met scherpe trekken - ein Gesicht mit scharfen Zügen
Dat is een naar trekje van zijn karakter. - Das ist ein übler Charakterzug von ihm.
uitdrukking Dat is in grote trekken het verhaal.
uitdrukking je trekken thuis krijgen
uitdrukking aan je trekken komen

2) luchtstroom - Zug (der ~)
Verbuigingen:  g.mv. (meerv.)
Ik voel de trek langs me gaan. - Ich spüre einen Luftstrom an mir entlang ziehen.
een trekje van een shagje - ein Zug an einer Selbstgedrehten

3) zin in eten - Appetit (der ~), Heißhunger (der ~), Lust (die ~)
Verbuigingen:  g.mv. (meerv.)
trek hebben - Appetit haben
uitdrukking lekkere trek hebben
uitdrukking in trek zijn

4) jaarlijkse tocht van vogels naar warme gebieden en weer terug - Vogelwanderung (die ~)
Verbuigingen:  g.mv. (meerv.)
de jaarlijkse trek van de eenden naar het warme zuiden - die jährliche Wanderung der Enten in den Süden

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
de trek (m) der Zug ; der Ruck ; das Magenknurren ; die Lust haben etwas zu essen ; die Luftabsaugung ; das Hungergefühl ; der Hunger ; die Eßlust ; der Appetit ; das Anziehen
trek Zurückbleiben der Spule ; Zügigkeit ; Aufstrom ; Zugstaerke ; Zug ; Zuegigkeit ; Tierwanderung ; Lufteinsaugung ; Laststange ; Hol ; Fischzug ; Fadenspannung ; Aussetzvorgang
Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.; Omegawiki.org


Voorbeeldzinnen met `trek`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
NL: eetlust
NL: eigenschap
NL: haal
NL: honger
NL: hongergevoel
NL: hongerigheid
NL: luchtzuiging
NL: lust
NL: migratie
NL: ruk

Uitdrukkingen en gezegdes
NL: geen trek in iets (hebben) DE: keine Lust zu etwas, (eten) keinen Appetit nach etwas, auf etwas
NL: ik heb vandaag geen trek in bier DE: ich mag heute kein Bier
NL: aan zijn trekken komen DE: seine Stiche machen, (figuurlijk) seine Stiche hereinnehmen
NL: in trek (zijn) DE: beliebt, gesucht, begehrt
NL: in trek komen DE: gesucht werden, in Aufnahme kommen, in Mode kommen
NL: op de trek (staan) DE: im Zug