Vertaal
Naar andere talen: • lust > ENlust > ESlust > FR
Vertalingen lust NL>DE
de lust (m) die Hingebung ; die Wollust ; das Verlangen ; das Vergnügen ; der Trieb ; der Spaß ; die sexuelle Begierde ; die Passion ; die Lust ; die Leidenschaft ; die Inbrunst ; der Appetit ; die Hingabe ; die Genußsucht ; die Geilheit ; der Gefallen ; die Freude ; das ein großes Verlangen ; der Eifer ; die Begierde ; das Begehren ; die Begehr
Bron: interglot


Voorbeeldzinnen met `lust`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
NL: aandrift
NL: animo
NL: begeerte
NL: begeren
NL: drift
NL: eetlust
NL: geilheid
NL: genoegen
NL: genot
NL: hartstocht

Uitdrukkingen en gezegdes
NL: nergens lust in hebben DE: zu nichts Lust haben
NL: (dat is) zijn lust en zijn leven DE: seine ganze Lust, seine Lust und seine Freude
NL: Iemand de lust in (tot) iets doen vergaan DE: einem die Lust zu etwas benehmen
NL: (dat zal) je de lust wel doen vergaan DE: dir die Lust schon austreiben
NL: een lust voor de ogen DE: eine Augenweide