Vertalingen ruk NL>DE
de ruk
zelfst.naamw. (m.)
Uitspraak: | [rʏk] |
Verbuigingen: | rukken (meerv.) |
keer dat je hard trekt -
Ruck (der ~) een ruk aan een touw geven - mit einem Ruck am Tau ziehen |
in één ruk doorrijden (=zonder pauzes naar je bestemming rijden) - in einem Ruck durchfahren
|
geen ruk (=niets) - Sack
Het kan me geen ruk schelen. - Das interessiert mich nicht.
|
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
de ruk (m) | das Anziehen ; der Ruck |
ruk | die Drehbewegung ; Ruck ; Stoß |
Bronnen: interglot; Wikipedia; Download IATE, European Union, 2017.
Voorbeeldzinnen met `ruk`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: haalNL: trekUitdrukkingen en gezegdes
NL: bij
rukken
DE: ruckweiseNL: in een
ruk (was hij boven)
DE: mit einem Ruck, im NuNL: in één
ruk (speelde hij het klaar)
DE: in einem ZugNL: (het is) een hele
ruk
DE: (afstand) ein gutes Stück, eine gute Strecke, (tijd) eine gute WeileNL: (hij werkte) aan één
ruk door
DE: in einem fort