Vertaal
Naar andere talen: • ontwijken > ENontwijken > ESontwijken > FR
Vertalingen ontwijken NL>DE

ontwijken

werkw.
Uitspraak:  [ɔntˈwɛikə(n)]
Verbuigingen:  ontweek (verl.tijd ) heeft ontweken (volt.deelw.)

1) van richting veranderen om niet tegen iets aan te botsen - ausweichen
nog net een vrachtwagen kunnen ontwijken door een ruk aan het stuur te geven - gerade noch dadurch einem Lkw ausweichen können, dass man das Steuer mit einem Ruck herumreißt

2) voorkomen dat je last van iets of iemand hebt - ausweichen
een ontwijkend antwoord geven op een lastige vraag - eine ausweichende Antwort auf eine unangenehme Frage geben

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
ontwijken (ww.) aus dem Weg gehen (ww.) ; ausweichen (ww.) ; entgehen (ww.) ; entlaufen (ww.) ; entweichen (ww.) ; scheuen (ww.) ; vermeiden (ww.)
het ontwijkendas Meiden ; die Vermeidung
Bronnen: interglot; Wikipedia


Voorbeeldzinnen met `ontwijken`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
NL: mijden
NL: mijding
NL: omtrekkenbeweging
NL: ontduiken
NL: ontlopen
NL: schuwen
NL: trachten te ontkomen aan
NL: uit de weg gaan
NL: uitwijken
NL: verhoeden

Uitdrukkingen en gezegdes
NL: de beantwoording van een vraag ontwijken DE: einer Frage ausweichen
NL: (een antwoord, moeilijkheid,) ontwijken DE: (ook) umgehen, vermeiden
NL: (elkaar zo veel mogelijk) ontwijken DE: meiden