Vertalingen laken NL>DE
I het laken
zelfst.naamw.
Uitspraak: | [ˈlakə(n)] |
Verbuigingen: | lakens (meerv.) |
lap stof om iets te bedekken -
Laken (das ~) Ik heb geen dekbed maar lakens op mijn bed. - Ich habe kein Oberbett, sondern ein Laken auf meinem Bett. tafellaken - Tischdecke |
de lakens uitdelen (=de macht hebben) - den Hut aufhaben
|
II laken
werkw.
Uitspraak: | [ˈlakə(n)] |
Verbuigingen: | laakte (verl.tijd ) heeft gelaakt (volt.deelw.) |
afkeuren -
missbilligen het agressieve optreden laken - das aggressive Auftreten missbilligen |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
laken (ww.) | entnehmen (ww.) ; zurechtweisen (ww.) ; vorwerfen (ww.) ; vorhalten (ww.) ; verweisen (ww.) ; verteufeln (ww.) ; verleumden (ww.) ; verketzern (ww.) ; tadeln (ww.) ; schelten (ww.) ; nachtragend sein (ww.) ; nachtragen (ww.) ; hinhalten (ww.) ; ermahnen (ww.) ; entgegenhalten (ww.) ; blamieren (ww.) |
het laken | das Tuch ; das Tischtuch ; die Tischdecke ; die Linnen ; das Leinen ; das Laken ; das Bettlinnen ; das Bettlaken |
laken | Bettuch ; Walkstoffe {{p ; Tuch ; das Laken |
Bronnen: interglot; Wikipedia; Engoi Woordenschatoefeningen; Download IATE, European Union, 2017.; Wiktionary
Voorbeeldzinnen met `laken`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: aanrekenenNL: aanwrijvenNL: afkeurenNL: beddenlakenNL: berispenNL: beschuldigenNL: blamerenNL: gispenNL: iemand iets aanrekenenNL: iemand iets verwijtenUitdrukkingen en gezegdes
NL: de
lakens uitdelen
DE: zu befehlen habenNL: van hetzelfde
laken een pak krijgen
DE: dasselbe bekommen, auch die Jacke voll kriegenNL: (iets) in iemand
laken
DE: an einem tadeln