Vertalingen aanwrijven NL>DE
aanwrijven
werkw.
Uitspraak: | [ˈanvrɛivə(n)] |
Verbuigingen: | wreef aan (verl.tijd ) heeft aangewreven (volt.deelw.) |
verwijten -
anhängen , anlasten iemand slordigheid aanwrijven - jemandem Nachlässigkeit anhängen iemand aanwrijven dat hij fouten gemaakt heeft - jemandem anlasten, dass er Fehler gemacht hat |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
aanwrijven (ww.) | schelten (ww.) ; zurechtweisen (ww.) ; vorwerfen (ww.) ; vorhalten (ww.) ; verweisen (ww.) ; verteufeln (ww.) ; verleumden (ww.) ; verketzern (ww.) ; tadeln (ww.) ; nachtragend sein (ww.) ; nachtragen (ww.) ; hinhalten (ww.) ; ermahnen (ww.) ; entnehmen (ww.) ; entgegenhalten (ww.) ; blamieren (ww.) |
aanwrijven (werkw.) | anhängen |
Bronnen: interglot; Wiktionary
Voorbeeldzinnen met `aanwrijven`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: aanrekenenNL: berispenNL: beschuldigenNL: blamerenNL: gispenNL: iemand iets aanrekenenNL: iemand iets verwijtenNL: lakenNL: nadragenNL: verwijtenUitdrukkingen en gezegdes
NL: (iemand iets)
aanwrijven
DE: andichtenNL: Iemand allerlei lelijks
aanwrijven
DE: einem allerhand anhängen