Puzzelen
Puzzelwoordenboek
Cryptogrammen
Anagrammen
Puzzelhulp
Vertalen
Woorden vertalen
Voorbeeldzinnen
Tekst vertalen
Synoniem
Synoniemen
Antoniemen
Vervoegen
Meer
Dialectenwoordenboek
Rijmwoordenboek
Woordspelletjes
Anagrammen
Encyclo.nl
Woorden.org
MWB
Vertalen
gispen (NL>DE)
van NL
van EN
van DE
van FR
van ES
naar NL
naar EN
naar DE
naar FR
naar ES
Vertaal
Naar andere talen: •
gispen > EN
•
gispen > ES
•
gispen > FR
Vertalingen gispen NL>DE
gispen
(ww.)
blamieren
(ww.)
;
entgegenhalten
(ww.)
;
entnehmen
(ww.)
;
ermahnen
(ww.)
;
hinhalten
(ww.)
;
nachtragen
(ww.)
;
schelten
(ww.)
;
tadeln
(ww.)
;
verketzern
(ww.)
;
verleumden
(ww.)
;
verteufeln
(ww.)
;
verweisen
(ww.)
;
vorhalten
(ww.)
;
vorwerfen
(ww.)
;
zurechtweisen
(ww.)
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `gispen`
Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL:
aanrekenen
NL:
aanwrijven
NL:
afkeuren
NL:
bedillen
NL:
berispen
NL:
beschuldigen
NL:
blameren
NL:
hekelen
NL:
laken
NL:
nadragen
Zojuist vertaald
NL>DE:
gispen
NL>DE:
galvanisch bad
NL>DE:
toewijzing per naam
NL>DE:
Jacobusjaar
NL>DE:
redekunde
NL>DE:
stomata van Fuchs
NL>DE:
doosvorm
NL>DE:
kraker
NL>DE:
blazoen
NL>DE:
uitgedragen
NL>DE:
excentriciteit
NL>DE:
geurdicht
NL>DE:
eigen activiteit
NL>DE:
ondanks