Vertalingen insluiten NL>DE
insluiten (ww.) | einkreisen (ww.) ; verkapseln (ww.) ; umziehen (ww.) ; umringen (ww.) ; umgeben (ww.) ; umfassen (ww.) ; erfassen (ww.) ; enthalten (ww.) ; einsperren (ww.) ; einrahmen (ww.) ; einpferchen (ww.) ; einkapseln (ww.) ; einhegen (ww.) ; eindeichen (ww.) ; blockieren (ww.) ; bestreichen (ww.) ; beilegen (ww.) |
insluiten (werkw.) | umschließen ; einschließen ; beilegen |
insluiten | beifügen |
Bronnen: interglot; Wikipedia; Wiktionary
Voorbeeldzinnen met `insluiten`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: begrenzenNL: belegerenNL: bijsluitenNL: bijvoegenNL: omgevenNL: omringenNL: omsingelenNL: omsluitenNL: toevoegenUitdrukkingen en gezegdes
NL: (bij een brief)
insluiten
DE: (einem Brief) beischließen DE: (omvatten) in sich schließenNL: dit sluit niet in, dat...
DE: dies bedeutet nicht, daß...