Vertaal
Naar andere talen: • bijsluiten > ENbijsluiten > ESbijsluiten > FR
Vertalingen bijsluiten NL>DE
bijsluiten (ww.) hinzumischen (ww.) ; einsperren (ww.) ; einsäumen (ww.) ; enthalten (ww.) ; erfassen (ww.) ; hineintun (ww.) ; hinzufügen (ww.) ; hinzulegen (ww.) ; hinzumengen (ww.) ; einschränken (ww.) ; schließen (ww.) ; umfassen (ww.) ; umschließen (ww.) ; umziehen (ww.) ; verkapseln (ww.) ; zugeben (ww.) ; zulegen (ww.) ; anfügen (ww.) ; einschließen (ww.) ; einpferchen (ww.) ; einkreisen (ww.) ; einkapseln (ww.) ; einhegen (ww.) ; eindämmen (ww.) ; eindeichen (ww.) ; blockieren (ww.) ; bestreichen (ww.) ; beschränken (ww.) ; beisetzen (ww.) ; beimischen (ww.) ; beilegen (ww.) ; beigeben (ww.) ; beifügen (ww.)
Bron: interglot


Voorbeeldzinnen met `bijsluiten`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
NL: bijdoen
NL: bijvoegen
NL: erbij voegen
NL: insluiten
NL: toevoegen