Vertaal
Naar andere talen: • echoën > ENechoën > ESechoën > FR
Vertalingen echoën NL>DE
echoën (ww.) nachplappern (ww.) ; wiederholen (ww.) ; widerschallen (ww.) ; widerhallen (ww.) ; schmettern (ww.) ; schallen (ww.) ; resonieren (ww.) ; nachsprechen (ww.) ; nachsagen (ww.) ; nachpladdern (ww.) ; nachhallen (ww.) ; mitschwingen (ww.) ; hallen (ww.) ; erneuern (ww.) ; erhallen (ww.)
echoën (werkw.)
echoën echoen
Bronnen: interglot; Wiktionary


Voorbeeldzinnen met `echoën`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
NL: galmen
NL: herhalen
NL: nabouwen
NL: naklinken
NL: napraten
NL: nazeggen
NL: reflecteren
NL: resoneren
NL: schallen
NL: stuiten