Vertaal
Naar andere talen: • mal > ENmal > ESmal > FR
Vertalingen mal NL>DE

I de mal

zelfst.naamw. (m.)
Uitspraak:  [mɑl]
Verbuigingen:  mallen (meerv.)

voorwerp waarmee je meer dingen op dezelfde manier kunt maken - Form (die ~)
brons gieten in een mal van gips - Bronze in eine Gipsform gießen


II mal

bijv.naamw.
Uitspraak:  [mɑl]

vreemd op een grappige manier - verrückt
uitdrukking ben je mal

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
mal (znw.)die Schablone ; die Gußform ; die Gießform
de mal (m) die Form
mal hirnverbrannt ; gestört ; idiotenhaft ; idiotisch ; irre ; irrsinnig ; lächerlich ; meschugge ; närrisch ; unsinnig ; unvernünftig ; verrückt ; verstört ; wahnsinnig ; wahnwitzig ; wirr ; übergeschnappt ; geistesschwach ; geisteskrank ; dämlich ; blödsinnig ; blöde ; blöd ; bescheuert ; bekloppt ; Bezugsformstück ; albern ; Formbrett ; Former ; Lehre ; Musterstueck ; Musterwerkstück ; Schablone ; Schublehre ; toll ; töricht ; Vorlage
Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.


Voorbeeldzinnen met `mal`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
NL: bedonderd
NL: belazerd
NL: dwaas
NL: eigenaardig
NL: gek
NL: geschift
NL: getikt
NL: gietvorm
NL: hoorndol
NL: jeugdig

Uitdrukkingen en gezegdes
NL: (ben je) mal? DE: toll, verrückt?
NL: ben je mal!, (er gebeurt niets) DE: ach was!
NL: zo mal (ben ik niet) DE: so dumm
NL: malle geschiedenis DE: komische, (onaangenaam) dumme Geschichte
NL: voor de mal houden DE: zum besten, zum Narren haben