Vertalingen galmen NL>DE
galmen
werkw.
| Uitspraak: | [ˈxɑlmə(n)] |
| Verbuigingen: | galmde (verl.tijd ) heeft gegalmd (volt.deelw.) |
1) (van geluid) weerkaatsen -
widerhallen , schallen | De dreun galmde door de onderaardse gangen. |
2) luid klinken, spreken -
schallen | 'Halleluja', galmde de dominee. - 'Halleluja', schallte der Pastor. |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
| galmen (ww.) | echoen (ww.) ; erhallen (ww.) ; erschallen (ww.) ; ertönen (ww.) ; hallen (ww.) ; mitschwingen (ww.) ; nachhallen (ww.) ; resonieren (ww.) ; schallen (ww.) ; schmettern (ww.) ; widerhallen (ww.) ; widerschallen (ww.) |
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `galmen`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: brullenNL: echoënNL: met krachtige stem zingenNL: naklinkenNL: resonerenNL: schallenNL: weergalmenNL: weerkaatsenNL: weerklinkenNL: weerschallenUitdrukkingen en gezegdes
NL: (een lied)
galmen
DE: erschallen lassen