Vertalingen bedaren NL>DE
bedaren
werkw.
Uitspraak: | [bəˈdarə(n)] |
Verbuigingen: | bedaarde (verl.tijd ) heeft bedaard (volt.deelw.) |
kalm en rustig worden -
nachlassen , beruhigen , beschwichtigen , sich legen iemand tot bedaren brengen - jemanden beruhigen tot bedaren komen - sich beruhigen |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
bedaren (ww.) | beherrschen (ww.) ; beruhigen (ww.) ; beschwichtigen (ww.) ; besänftigen (ww.) ; bezwingen (ww.) ; drosseln (ww.) ; dämpfen (ww.) ; schlichten (ww.) ; zur Ruhe mahnen (ww.) |
bedaren | sich legen |
Bronnen: interglot; Trueterm
Voorbeeldzinnen met `bedaren`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: bedwingenNL: beheersenNL: beteugelenNL: betijenNL: gaan liggenNL: geruststellenNL: intomenNL: kalmerenNL: matigenNL: sussen