Vertalingen begeren NL>DE
begeren
werkw.
| Uitspraak: | [bəˈgerə(n)] |
| Verbuigingen: | begeerde (verl.tijd ) heeft begeerd (volt.deelw.) |
heftig verlangen naar -
begehren , verlangen | alles hebben wat je hartje begeert - alles haben, was das Herz begehrt |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
| begeren (ww.) | erwarten (ww.) ; herbeisehnen (ww.) ; hoffen (ww.) ; wünschen (ww.) |
| begeren (werkw.) | begehren |
| het begeren | das Begehren ; die Begierde ; das Verlangen |
Bronnen: interglot; Wiktionary
Voorbeeldzinnen met `begeren`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: lustNL: smachtenNL: verkiezenNL: verlangenNL: wensenNL: willenNL: zorgenNL: zucht