verkiezen

werkw.

Uitspraak:	[vərˈkizə(n)]
Verbuigingen:	verkoos (verl.tijd ) heeft verkozen (volt.deelw.)

1) liever willen - vorziehen

milieuvriendelijk hout verkiezen boven gewoon hout - umweltfreundlich produziertes Holz normalem Holz vorziehen

2) kiezen - wählen

verkozen tot burgemeester - zum Bürgermeister gewählt

© K Dictionaries Ltd.

verkiezen (ww.)	auslesen (ww.) ; auswählen (ww.) ; bevorzugen (ww.) ; selektieren (ww.) ; vorziehen (ww.)
verkiezen (werkw.)	auserwählen ; wählen
verkiezen	präferieren

Bronnen: interglot; Wiktionary; Wikipedia




NL: begeren
NL: kiezen
NL: liever hebben
NL: prefereren
NL: selectie toepassen
NL: uitkiezen
NL: uitlezen
NL: uitpikken
NL: uitverkiezen
NL: uitzoeken

NL: het een verkiezen boven het andere DE: das eine dem andern vorziehen
NL: zo'n antwoord verkies ik niet te horen DE: eine solche Antwort verbitte ich mir
NL: ik verkies niet gestoord te worden DE: ich verbitte mir jede Störung, ich wünsche nicht gestört zu werden