Vertalingen arriveren NL>DE
arriveren (ww.) | angelangen (ww.) ; einlaufen (ww.) ; eintreffen (ww.) ; erreichen (ww.) ; gelangen (ww.) ; hinkommen (ww.) ; kommen (ww.) |
arriveren (werkw.) | ankommen |
het arriveren | das Ankommen ; das Arrivieren |
Bronnen: interglot; Wikipedia; Wiktionary
Voorbeeldzinnen met `arriveren`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: aanbelandenNL: aankomenNL: aankomendeNL: aanlandenNL: aflopenNL: eindigenNL: komenNL: komtNL: kwamNL: ophouden