Vertalingen arriveren NL>ES
arriveren (ww.) | acceder (ww.) ; acercarse (ww.) ; aproximarse (ww.) ; entrar (ww.) ; entrar en (ww.) ; hacer su entrada (ww.) ; llegar (ww.) ; venir (ww.) |
het arriveren | la llegada (v) |
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `arriveren`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: aanbelandenNL: aankomenNL: aankomendeNL: aanlandenNL: aflopenNL: eindigenNL: komenNL: komtNL: kwamNL: ophouden