Vertaal
Naar andere talen: • aanpakken > ENaanpakken > ESaanpakken > FR
Vertalingen aanpakken NL>DE

aanpakken

werkw.
Uitspraak:  anpɑkə(n)]
Verbuigingen:  pakte aan (verl.tijd ) heeft aangepakt (volt.deelw.)

1) met de handen pakken wat je aangeboden wordt - annehmen
Wil je die stapel boeken even aanpakken? - Willst du den Stapel Bücher eben annehmen?

2) maatregelen nemen tegen - ergreifen , angehen
milieuovertredingen aanpakken - Umweltsünden angehen

3) deel van de uitdrukking: -
uitdrukking van aanpakken weten

4) deel van de uitdrukking: -
uitdrukking (iemand) hard aanpakken

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
aanpakken (ww.) annehmen (ww.) ; anpacken (ww.) ; begreifen (ww.) ; durchgreifen (ww.) ; fassen (ww.) ; festgreifen (ww.) ; greifen (ww.) ; packen (ww.) ; von anpacken wissen (ww.) ; zugreifen (ww.) ; zulangen (ww.)
het aanpakkendas Anfassen
aanpakken angehen ; angreifen ; fertigwerden ; in Angriff nehmen
Bronnen: interglot; Trueterm


Voorbeeldzinnen met `aanpakken`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
NL: aangrijpen
NL: aanklampen
NL: aannemen
NL: aanvaarden
NL: aanvatten
NL: beetgrijpen
NL: beetnemen
NL: beetpakken
NL: beginnen
NL: benaderen

Uitdrukkingen en gezegdes
NL: (iemand eens) goed aanpakken DE: tüchtig vornehmen
NL: (de ziekte heeft me) erg aangepakt DE: sehr angegriffen