Vertalingen aangrijpen NL>DE
aangrijpen
werkw.
Uitspraak: | [ˈanxrɛipə(n)] |
Verbuigingen: | greep aan (verl.tijd ) heeft aangegrepen (volt.deelw.) |
1) pakken -
ergreifen alle middelen aangrijpen om het terrorisme te bestrijden - alle Mittel zur Bekämpfung des Terrorismus ergreifen |
2) een diepe, verdrietige indruk maken -
erschüttern foto's die je erg aangrijpen - erschütternde Fotos |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
aangrijpen (ww.) | anwenden (ww.) ; benutzen (ww.) ; einsetzen (ww.) ; ergreifen (ww.) ; gebrauchen (ww.) ; handhaben (ww.) ; hantieren (ww.) ; rühren (ww.) ; verwenden (ww.) ; überfallen (ww.) |
het aangrijpen | das Anfassen ; das Anpacken |
aangrijpen | angreifen |
Bronnen: interglot; mwb
Voorbeeldzinnen met `aangrijpen`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: aanklampenNL: aanpakkenNL: aantastenNL: aanvallenNL: aanvattenNL: aanwendenNL: attaquerenNL: beetpakkenNL: bemachtigenNL: benutten