Vertalingen aankijken NL>DE
aankijken
werkw.
Uitspraak: | [ˈankɛikə(n)] |
Verbuigingen: | keek aan (verl.tijd ) heeft aangekeken (volt.deelw.) |
in de ogen kijken -
anschauen Kijk me eens aan. Heb jij van de koekjes gesnoept? - Schau mich mal an. Hast du von den Plätzchen genascht? |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
aankijken (ww.) | anblicken (ww.) ; anschauen (ww.) ; ansehen (ww.) ; begucken (ww.) ; beobachten (ww.) ; besehen (ww.) ; betrachten (ww.) ; beäugen (ww.) ; gaffen (ww.) ; gucken (ww.) ; schauen (ww.) ; wahrnehmen (ww.) ; zusehen (ww.) |
het aankijken | das in die Augen schauen |
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `aankijken`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: aanblikkenNL: aanschouwenNL: aanzienNL: afwachtenNL: bekijkenNL: gadeslaanNL: in de ogen kijkenNL: kijken naarNL: toeschouwenNL: verdenken