Vertaal
Naar andere talen: • wild > ENwild > ESwild > FR
Vertalingen wild NL>DE

I het wild

zelfst.naamw.
Uitspraak:  [wɪlt]

1) deel van de uitdrukking: -

2) dieren die leven in de vrije natuur en waarop mensen jagen - Wild (das ~)
De poelier verkoopt wild en gevogelte. - Der Geflügelhändler verkauft Wild und Geflügel.
uitdrukking aangeschoten wild zijn

3) deel van de uitdrukking: -
uitdrukking in het wild


II wild

bijv.naamw.
Uitspraak:  [wɪlt]

1) (van dieren) niet getemd - wild
wilde dieren - wilde Tiere

2) in de vrije natuur voorkomend en niet door mensen gekweekt - wild
een wilde roos - eine wilde Rose

3) woest en ruw - wild
wilde gebaren maken - wild gestikulieren
uitdrukking wilde verhalen
uitdrukking wild enthousiast
uitdrukking in het wilde weg
uitdrukking een wilde staking

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
wild (znw.)das Wild ; das Wildfleisch
het wild wild ; das Wild
wild ungebändigt ; ungezähmt ; Fisch ; jagdbare Tiere ; Wild ; Wildbret ; Wildfleisch
Bronnen: interglot; Horecagids; Wiktionary; Omegawiki.org; Download IATE, European Union, 2017.


Voorbeeldzinnen met `wild`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
NL: baldadig
NL: natuurlijk
NL: onbeheerst
NL: ongetemd
NL: onstuimig
NL: primitief
NL: razend
NL: roerig
NL: ruig
NL: ruw

Uitdrukkingen en gezegdes
NL: wild op DE: wild auf (4)
NL: groot, grof wild DE: Hochwild, hohes Wild
NL: jacht op groot wild DE: Jagd auf Hochwild, hohe Jagd
NL: klein wild DE: Niederwild, kleines Wild
NL: in het wild groeien, opgroeien, om z. heen slaan DE: wild wachsen, aufwachsen, um sich schlagen
NL: in het wild(e) (weg) praten, schieten DE: ins Blaue hineinreden, hineinschießen