Vertalingen kaneel NL>DE
kaneel
de, o
gemalen bast van een struik die voor de smaak wordt toegevoegd aan voedsel -
Zimt (der ~) kaneel in de kruidkoek doen - Zimt in ein Kräutertuch geben |
kaneelstok (=langwerpig stuk snoepgoed met kaneelsmaak) - Zimtstange
op je kaneelstok zuigen - an seiner Zimtstange saugen
|
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
de kaneel (m) | der Zimt |
kaneel | Zimt ; der Zimt |
Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.; WiktionaryVoorbeeldzinnen met `kaneel`

Voorbeeldzinnen laden....