Vertalingen zorgen NL>DE
zorgen (ww.) | bewirken (ww.) ; sich kümmern (ww.) ; sorgen (ww.) ; sorgen für (ww.) ; verlassen (ww.) ; versorgen (ww.) ; zu etwas führen (ww.) |
zorgen (werkw.) | sorgen |
het zorgen | das Elend ; die Not ; der Schlamassel ; die Schwierigkeit ; die Sorge |
Bronnen: interglot; Wiktionary
Voorbeeldzinnen met `zorgen`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: begerenNL: leiden tot ietsNL: letten opNL: moeilijkhedenNL: problemenNL: soresNL: verkiezenNL: verlangenNL: wensenNL: zorg dragenUitdrukkingen en gezegdes
NL: voor de toekomst van z'n kinderen, voor werk
zorgen
DE: für die Zukunft seiner Kinder, für Arbeit sorgenNL: voor de keuken
zorgen
DE: die Küche besorgenNL: hij heeft voor mij voor een kamer gezorgd
DE: er hat mir ein Zimmer besorgt