Vertaal
Naar andere talen: • vertrekken > ENvertrekken > ESvertrekken > FR
Vertalingen vertrekken NL>DE

vertrekken

werkw.
Uitspraak:  [vər'trɛkə(n)]
Verbuigingen:  vertrok (verl.tijd )

1) weggaan - weggehen , ab-/wegfahren , aufbrechen , verziehen
Verbuigingen:  is vertrokken (volt.deelw.)
De trein vertrekt van spoor 4. - Der Zug fährt auf Gleis 4 ab.
We vertrekken pas volgende week zaterdag. - Wir reisen erst nächste Woche Samstag ab.
uitdrukking met de noorderzon vertrokken zijn

2) deel van de uitdrukking: -
uitdrukking Ze vertrok haar gezicht van de pijn.

3) deel van de uitdrukking: -
uitdrukking zonder een spier te vertrekken

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
vertrekken (ww.) wegreisen (ww.) ; Verlassen (ww.) ; seinezelteabbrechen (ww.) ; schmieren (ww.) ; losfahren (ww.) ; fortreisen (ww.) ; fortfahren (ww.) ; einschmieren (ww.) ; einschiffen (ww.) ; austreten (ww.) ; ausscheiden (ww.) ; ausfahren (ww.) ; aufbrechen (ww.)
vertrekken (werkw.) weggehen ; fortgehen
het vertrekkendas Zimmer ; das Weggehen ; das Weg gehen ; der Saal ; der Raum ; der Platz ; der Kammer ; die Halle ; das Gehen ; das Fortgehen ; das abreisen ; das abfahren
vertrekken abfliegen
Bronnen: interglot; Wiktionary


Voorbeeldzinnen met `vertrekken`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
NL: afgaan
NL: afnokken
NL: afreizen
NL: gaan
NL: heengaan
NL: kamer
NL: kamers
NL: opbreken
NL: opstappen
NL: plooien

Uitdrukkingen en gezegdes
NL: wij vertrekken vandaag DE: wir reisen heute ab
NL: we vertrekken (met de laatste bus) DE: wir fahren
NL: U kunt vertrekken! DE: Sie können gehen!
NL: vertrekkende schepen DE: auslaufende, ausgehende Schiffe DE: (zie ook vertrokken)