1. MWB
  2. Vertalen
  3. verschuiven (NL>DE)
Vertaal
Naar andere talen: • verschuiven > EN • verschuiven > ES • verschuiven > FR
Vertalingen verschuiven NL>DE

verschuiven

werkw.
Uitspraak:  [vərˈsxœyvə(n)]
Verbuigingen:  verschoof (verl.tijd ) heeft verschoven (volt.deelw.)

1) verplaatsen door te schuiven - verschieben
de kast tien centimeter verschuiven - den Schrank um zehn Zentimeter verschieben

2) naar een andere datum of tijdstip verplaatsen - verschieben
De vergadering is verschoven naar de volgende week. - Die Versammlung wurde auf nächste Woche verschoben.

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
verschuiven (ww.) aufschieben (ww.) ; hinausschieben (ww.) ; verlegen (ww.) ; verrücken (ww.) ; verschieben (ww.) ; verschleppen (ww.) ; verstellen (ww.) ; vertagen (ww.)
verschuiven (werkw.) verschieben
verschuiven verdrehen ; verstellen ; ziehen
Bronnen: interglot; Wiktionary; Download IATE, European Union, 2017.


Voorbeeldzinnen met `verschuiven`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
NL: aanhouden
NL: afdoen
NL: afleggen
NL: afzetten
NL: disloqueren
NL: opschorten
NL: opschuiven
NL: rekken
NL: roeren
NL: schuivend verplaatsen

Uitdrukkingen en gezegdes
NL: (uw das) is wat verschoven DE: hat sich etwas verschoben