Vertaal
Naar andere talen: • uitlopen > ENuitlopen > ESuitlopen > FR
Vertalingen uitlopen NL>DE
uitlopen (ww.) hervorgehen (ww.) ; entstehen (ww.) ; entspringen (ww.) ; ausarten (ww.) ; auf etwas hinauslaufen (ww.)
uitlopen (werkw.) knospen ; hinauslaufen ; austreiben ; ausschlagen
uitlopen Bluten ; Keimung ; Abböschen ; Bestockung ; Bestocken ; Auswuchs ; austreiben ; ausschlagen ; Ausrollen ; Auslaufen ; Auslauf ; Auflaufen
Bronnen: interglot; Wiktionary; Download IATE, European Union, 2017.


Voorbeeldzinnen met `uitlopen`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
NL: aanbelanden
NL: aankomen
NL: aanlanden
NL: aflopen
NL: arriveren
NL: botten
NL: eindigen
NL: geren
NL: langer duren
NL: ontspringen

Uitdrukkingen en gezegdes
NL: (deze straat) loopt op de markt uit DE: mündet auf den Markt
NL: (ik weet niet) waar dat op uitlopen moet DE: worauf das hinauslaufen soll, wie das enden soll
NL: dat loopt op niets uit DE: daraus wird nichts, dabei kommt nichts heraus, das führt zu nichts
NL: puntig uitlopen DE: in eine Spitze auslaufen DE: (traptreden, schoenen) austreten