Vertalingen tent NL>DE
tent
zelfst.naamw.
Uitspraak: | [tɛnt] |
Verbuigingen: | tenten (meerv.) |
1) constructie van (flexibele) stokken met daaroverheen gespannen doek waarin je kunt verblijven of kunt wonen -
Zelt (das ~) een tent opzetten - ein Zelt aufstellen een tent afbreken - ein Zelt abbrechen een tweepersoons tent - ein Zweimannzelt bungalowtent - Bungalowzelt een lichtgewicht tent - ein Leichtgewichtszelt tentenkamp - Zeltcamp |
kamperen met een tent (=) - zelten
|
ergens je tenten opslaan (=je ergens vestigen) - irgendwo seine Zelte aufschlagen
|
iemand uit zijn tent lokken (=iemand provoceren) - jemanden aus der Reserve locken
|
2) café of restaurant -
Laden (der ~) Dat is een gezellige tent waar je goed kunt eten. - Das ist ein geselliger Laden, in dem man gut essen kann. |
3) deel van de uitdrukking: -
Het publiek brak de tent bijna af. (=het publiek was erg enthousiast) - Das Publikum stellte die Bude total auf den Kopf.
|
4) deel van de uitdrukking: -
een tent runnen (=een bedrijf leiden) - den Laden schmeißen
|
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
de tent (m) | das Lokal ; das Zelt |
de tent | der Ausstellungsstand ; die Bude ; der Stand ; die Verkaufsbude ; das Zelt |
tent | Zelt |
Bronnen: Wiktionary; interglot; Download IATE, European Union, 2017.
Voorbeeldzinnen met `tent`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: gelegenheidNL: kampeertentNL: kraamUitdrukkingen en gezegdes
NL: ergens zijn
tenten opslaan
DE: irgendwo sein Zelt aufschlagenNL: (iemand) uit zijn
tent lokken
DE: aus seiner Reserve herauslocken