Vertaal
Naar andere talen: • toejuichen > ENtoejuichen > EStoejuichen > FR
Vertalingen toejuichen NL>DE

toejuichen

werkw.
Uitspraak:  [ˈtujœyxə(n)]
Verbuigingen:  juichte toe (verl.tijd ) heeft toegejuicht (volt.deelw.)

1) door juichen laten merken dat je iemand of iets heel goed vindt - zujubeln
De toeschouwers langs de weg juichten de winnaar van de etappe toe. - Die Zuschauer am Wegrand jubelten dem Etappensieger zu.

2) volmondig instemmen met - mit Beifall begrüßen
de nieuwe plannen van de gemeenteraad toejuichen - die neuen Pläne des Gemeinderats mit Beifall begrüßen

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
toejuichen (ww.) anheizen (ww.) ; anspornen (ww.) ; bejauchzen (ww.) ; bejubeln (ww.) ; feiern (ww.) ; jubeln (ww.) ; komplimentieren (ww.) ; zujauchzen (ww.) ; zujubeln (ww.)
toejuichen (werkw.) zujubeln
het toejuichendas Anfeuern ; das Anreizen ; das Antreiben ; das Ermutigen
Bronnen: interglot; Wiktionary


Voorbeeldzinnen met `toejuichen`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
NL: aanmoedigen
NL: aanvuren
NL: bejubelen
NL: bezielen
NL: klappen
NL: stimuleren

Uitdrukkingen en gezegdes
NL: stormachtig toegejuicht worden DE: stürmischen Beifall ernten
NL: een maatregel toejuichen DE: eine Maßnahme freudig begrüßen, (wat zwakker) einer Maßnahme beistimmen