Vertaal
Naar andere talen: • punt > ENpunt > ESpunt > FR
Vertalingen punt NL>DE

I de punt

zelfst.naamw. (m.)
Uitspraak:  [pʏnt]
Verbuigingen:  punten (meerv.)

1) scherp of stomp uiteinde - Spitze (die ~), Ecke (die ~), Zipfel (der ~)
een scherpe punt slijpen aan een potlood - einen Bleistift scharf anspitzen
uitdrukking als puntje bij paaltje komt
uitdrukking Het ligt op het puntje van mijn tong.

2) stip, vooral als leesteken - Punkt (der ~)
een punt aan het einde van de regel - ein Punkt am Ende der Zeile
dubbelepunt - Doppelpunkt
uitdrukking de puntjes op de i zetten
uitdrukking er een punt achter zetten

3) deel van de uitdrukking: -
uitdrukking op het puntje van je stoel zitten


II het punt

zelfst.naamw.
Uitspraak:  [pʏnt]
Verbuigingen:  punten (meerv.)

1) plaats - Punkt (der ~), Spitze (die ~), Zipfel (der ~)
eindpunt - Endpunkt
ontmoetingspunt - Treffpunkt
op het zuidelijkste punt van het eiland - an der Südspitze der Insel
uitdrukking op het punt staan om...
uitdrukking over het dode punt heen zijn

2) eenheid waarmee je prestaties vergelijkt - Punkt (der ~)
In deze spelronde kun je vijftig punten halen. - In dieser Spielrunde kannst du fünfzig Punkte erreichen.
het hoogste aantal punten - die höchste Punktzahl

3) deel van de uitdrukking: -
uitdrukking Dat vind ik geen punt.

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
het punt (o) die Note
het puntdie Stelle ; die Sache ; der Punkt
de punt (m) die Frage ; die Beurteilung ; der Fall ; das Problem ; die Streitfrage ; die Zinke
de puntder Punkt
punt (Afkorting) Ziffer ; Z (Afkorting)
puntdie Spitze ; Zacken ; Zacke ; typographischer Punkt ; Bohrerspitze ; Spitze ; Scheitel ; Rdnr. (Afkorting) ; Randnummer ; Radixpunkt ; Punkt ; p ; Nummer ; Nadelspitze ; Morsesignal ; Morsepunkt ; Kornspitze ; Hakenspitze ; Gispe ; Feder
Bronnen: interglot; Wiktionary; Wikipedia; Download IATE, European Union, 2017.; Trueterm


Voorbeeldzinnen met `punt`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
NL: aangelegenheid
NL: beoordelingscijfer
NL: cijfer
NL: hoek
NL: issue
NL: kwestie
NL: moment
NL: neus
NL: nummer
NL: oog

Uitdrukkingen en gezegdes
NL: punt v.d neus, van een mes etc. DE: Spitze der Nase, eines Messers, Nasenspitze, Messerspitze
NL: een punt aan een stok maken DE: einen Stock zuspitzen
NL: dubbelpunt DE: Doppelpunkt (der)
NL: (ik doe het niet,) punt! DE: (damit) Punktum! DE: (het punt) Punkt (der) DE: (plaats, plek, ook) Stelle (die)
NL: punt van uitgang DE: Ausgangspunkt
NL: het punt in kwestie DE: der streitige Punkt
NL: hoogste punt DE: höchster Punkt, (toppunt) Gipfelpunkt
NL: laagste punt DE: (stand) Tiefpunkt (der)
NL: op het punt van eer DE: im Punkt der Ehre
NL: op dit punt (zijn we het eens) DE: in diesem Punkt
NL: op het punt staan (van, om) iets te doen DE: im Begriff sein (stehen) etwas zu tun
NL: (de zaak is) op het dode punt gekomen DE: auf dem toten Punkt angekommen
NL: (de machine staat) op het dode punt DE: im toten Punkt
NL: op punten (overwinnen) DE: nach Punkten
NL: overwinning op punten DE: Punktsieg (der)
NL: een goed punt halen DE: (op school) eine gute Note bekommen