Vertaal
Naar andere talen: • knijpen > ENknijpen > ESknijpen > FR
Vertalingen knijpen NL>DE

knijpen

werkw.
Uitspraak:  [ˈknɛipə(n)]
Verbuigingen:  kneep (verl.tijd ) heeft geknepen (volt.deelw.)

1) tussen je vingers nemen en drukken - kneifen , zwicken , drücken
iemand in zijn wang knijpen - jemanden in seine Wange zwicken
in een tube tandpasta knijpen - auf eine Tube Zahnpasta drücken

2) deel van de uitdrukking: -
uitdrukking ertussenuit knijpen

3) deel van de uitdrukking: -
uitdrukking 'm knijpen

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
knijpen (ww.) drücken (ww.) ; feilschen (ww.) ; knabbern (ww.) ; knausern (ww.) ; pressen (ww.) ; quetschen (ww.) ; schachern (ww.) ; zwacken (ww.) ; zwicken (ww.)
knijpen (werkw.) kneifen
het knijpendas Kneifen
Bronnen: Wikipedia; interglot; Wiktionary


Voorbeeldzinnen met `knijpen`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
NL: beknibbelen
NL: drukken
NL: fuiven
NL: klemmen
NL: kneep
NL: knellen
NL: knibbelen
NL: schrapen

Uitdrukkingen en gezegdes
NL: 'm knijpen DE: in der Klemme sitzen
NL: het gas knijpen DE: den Motor drosseln