Vertaal
Naar andere talen: • fuiven > ENfuiven > ESfuiven > FR
Vertalingen fuiven NL>DE
fuiven (ww.) bewirten (ww.) ; ehren (ww.) ; einen ausgeben (ww.) ; feiern (ww.) ; festlich bewirten (ww.) ; spendieren (ww.)
Bron: interglot


Voorbeeldzinnen met `fuiven`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
NL: feestelijk onthalen
NL: feesten
NL: fêteren
NL: fteren
NL: knijpen
NL: trakteren