Vertaal
Naar andere talen: • hinderen > ENhinderen > EShinderen > FR
Vertalingen hinderen NL>DE

hinderen

werkw.
Uitspraak:  [ˈhɪndərə(n)]
Verbuigingen:  hinderde (verl.tijd ) heeft gehinderd (volt.deelw.)

lastig of vervelend zijn voor (iets of iemand) - behindern
De radio hindert me bij mijn werk. - Das Radio behindert mich bei meiner Arbeit.
De auto met pech hindert de doorstroming van het verkeer. - Das Pannenauto behindert den Verkehrsfluss.

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
hinderen (ww.) aufhalten (ww.) ; behindern (ww.) ; erschweren (ww.) ; hemmem (ww.) ; hemmen (ww.) ; hindern (ww.) ; komplizieren (ww.) ; lahmlegen (ww.) ; stören (ww.) ; unmöglich machen (ww.) ; vereiteln (ww.)
hinderen (werkw.) behindern
Bronnen: interglot; Wikipedia; Wiktionary


Voorbeeldzinnen met `hinderen`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
NL: belemmeren
NL: dwarszitten
NL: lastigvallen
NL: moeilijk maken
NL: onmogelijk maken
NL: storen
NL: tegenwerken

Uitdrukkingen en gezegdes
NL: (wat) hindert het? DE: was schadet es?
NL: dat hindert niet DE: das macht nichts
NL: (zijn slecht gedrag) hindert mij DE: verdrießt mich