Vertalingen belemmeren NL>DE
belemmeren
werkw.
| Uitspraak: | [bəˈlɛmərə(n)] |
| Verbuigingen: | belemmerde (verl.tijd ) heeft belemmerd (volt.deelw.) |
ervoor zorgen dat iets niet kan gebeuren of dat iemand iets niet kan doen -
hemmen , behindern , hindern , verhindern , stören de toegang belemmeren - den Zugang verhindern het vrije uitzicht belemmeren - die freie Aussicht behindern |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
| belemmeren (ww.) | entgegentreten (ww.) ; verhindern (ww.) ; vereiteln (ww.) ; unterbrechen (ww.) ; stören (ww.) ; lahmlegen (ww.) ; hemmen (ww.) ; hemmem (ww.) ; erschweren (ww.) ; entgegenwirken (ww.) ; entgegenarbeiten (ww.) ; blockieren (ww.) ; belästigen (ww.) ; beeinträchtigen (ww.) ; aufhalten (ww.) |
| belemmeren (werkw.) | hemmen ; behindern |
| het belemmeren | das Behindern ; das Hindern |
Bronnen: interglot; Wikipedia; Wiktionary
Voorbeeldzinnen met `belemmeren`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: afremmenNL: belettenNL: beperkenNL: verhinderen