helpen

werkw.

Uitspraak:	[ˈhɛlpə(n)]
Verbuigingen:	hielp (verl.tijd ) heeft geholpen (volt.deelw.)

1) hulp geven - helfen

iemand helpen bij de afwas - jemandem bei Abwasch helfen iemand helpen om een probleem op te lossen - jemandem helfen, ein Problem zu lösen iemand helpen met aankleden - jemandem beim Anziehen helfen

Kan ik u helpen? (=<dat zeggen ze tegen je in een winkel als je aan de beurt bent>) - Kann ich Ihnen helfen?

iemand er bovenop helpen (=iemand uit een slechte situatie halen) - jemanden aus etwas heraushelfen

geholpen worden (aan) (=(van een patiënt) behandeld of geopereerd worden (aan)) - behandelt werden Wanneer word jij geholpen (aan dat been)? - Wann wirst du (an diesem Bein) operiert?

2) effect hebben - helfen

Dat middel helpt tegen de maagpijn. - Das Mittel hilft gegen Magenschmerzen. Ik probeerde haar op te beuren met goede vooruitzichten, maar het hielp niet. - Ich versuchte, sie mit guten Aussichten aufzumuntern, aber das half nicht.

3) deel van de uitdrukking: -

iets niet kunnen helpen (=geen schuld aan iets hebben) - etwas nicht ändern können Ik kan het niet helpen dat er te veel mensen gekomen zijn. - Ich kann es nicht ändern, dass zu viele Menschen gekommen sind.

© K Dictionaries Ltd.

helpen (ww.)	avancieren (ww.) ; beitragen (ww.) ; entlasten (ww.) ; Gutes tun (ww.) ; helfen (ww.) ; mithelfen (ww.) ; sekundieren (ww.)
helpen (werkw.)	helfen

Bronnen: interglot; Trueterm; Wiktionary




NL: assisteren
NL: avanceren
NL: baten
NL: bedienen
NL: bijspringen
NL: bijstaan
NL: castreren
NL: dienen
NL: genezen
NL: goeddoen

NL: Iemand helpen DE: einem helfen, (in winkel) einen bedienen
NL: (kan ik) je met 10 euro helpen? DE: dir mit 10 Euro aushelfen?
NL: (een zieke) helpen DE: pflegen
NL: Iemand zijn jas helpen uittrekken DE: einem aus seinem Mantel helfen
NL: Iemand helpen uitstappen DE: einem beim Aussteigen helfen
NL: (ik heb) hem de mand helpen dragen DE: ihm den Korb tragen helfen
NL: Iemand iets helpen onthouden DE: einen an etwas erinnern
NL: ik help het je wensen DE: ich wünsche es mit dir
NL: Iemand erdoor helpen DE: einem (hin)durchhelfen, einen (hin)durchbringen
NL: Iemand aan een betrekking helpen DE: einem zu einer Stelle verhelfen
NL: hij is niet te helpen DE: ihm ist nicht zu helfen
NL: ik kan het niet helpen DE: ich kann nichts dafür
NL: (het middel) helpt niet DE: hilft, nützt nichts
NL: het helpt niet DE: (je moet mee) da hilft kein Sträuben