Vertaal
Naar andere talen: • goeddoen > ENgoeddoen > ESgoeddoen > FR
Vertalingen goeddoen NL>DE
goeddoen (ww.) entlasten (ww.) ; erfreuen (ww.) ; gefallen (ww.) ; Gutes tun (ww.) ; helfen (ww.)
Bron: interglot


Voorbeeldzinnen met `goeddoen`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
NL: blij maken
NL: helpen
NL: iemand een genoegen doen
NL: iemand plezieren
NL: liefdadigheids werk doen
NL: weldoen

Uitdrukkingen en gezegdes
NL: Iemand goeddoen DE: einem wohltun, (deugd doen) guttun