Vertalingen revenir FR>NL
[ʀəvəniʀ]1 venir de nouveau - terugkomen
'Il n'est pas revenu.'
Hij is niet teruggekomen.2 rentrer - terugkomen
'revenir de vacances'
terugkomen van vakantie
'Je reviens dans un instant.'
Ik ben zo terug.3 apparaître, avoir lieu à nouveau - weer terugkomen
'Le soleil revient.'
De zon komt weer terug.4 être de nouveau présent à la mémoire de ··· - te binnen schieten
'Son nom me revient.'
Zijn naam schiet me te binnen.5 revenir sur ··· 6 parler de nouveau de ··· - op iets terugkomen
'Je voudrais revenir sur un point.'
Ik zou op één punt graag terug willen komen.7 faire le contraire de ce qu'on avait dit - op iets terugkomen
'revenir sur sa décision'
op zijn besluit terugkomen8 revenir sur ses pas
refaire le chemin en sens inverse - op zijn schreden terugkeren9 revenir à ···
parler de nouveau de ··· - op iets terugkomen
'Revenons à notre sujet.'
Laten we op ons onderwerp terugkomen.10 avoir la même valeur que - neerkomen (op)
'Cela revient au même.'
Dat komt op hetzelfde neer.11 coûter - kosten
'Le voyage nous est revenu à 800 euros.'
De reis heeft ons 800 euro gekost.
'revenir cher'
duur uitkomen12 faire revenir ···
faire cuire ··· dans la graisse - iets (aan)braden
'faire revenir des oignons'
uitjes fruiten13 revenir à ···
devoir être donné à ··· - iemand toekomen
'Cet argent lui revient.'
Dit geld komt hem toe.© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
revenir (ww.) | terugrijden (ww.) ; weerkeren (ww.) ; wederkeren (ww.) ; verdiend hebben (ww.) ; toevallen (ww.) ; toekomen aan (ww.) ; toekomen (ww.) ; terugvloeien (ww.) ; terugstromen (ww.) ; terugspoelen (ww.) ; keren (ww.) ; terugreizen (ww.) ; terugkomen (ww.) ; terugkeren (ww.) ; teruggaan (ww.) ; ten deel vallen (ww.) ; spoken (ww.) ; retourneren (ww.) ; omkeren (ww.) |
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `revenir`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
FR: incomberFR: rappliquerFR: reculerFR: refluerFR: rejoindreFR: rentrerFR: repasserFR: retomberFR: retournerUitdrukkingen en gezegdes
FR: en
revenir à
NL: terugkomen opFR: revenir à ses moutons
NL: op zijn onderwerp terugkomenFR: revenir à soi
NL: weer bijkomen (na flauwte)FR: cela revient au même
NL: dat komt op hetzelfde neerFR: revenir d'une erreur
NL: zijn dwaling inzienFR: en
revenir
NL: genezenFR: je n'en reviens pas
NL: ik sta er versteld vanFR: il n'en reviendra pas
NL: hij haalt het niet, hij zal niet genezenFR: revenir sur ce qu'on a dit
NL: terugkomen op hetgeen men gezegd heeft