Vertalingen recobrar ES>NL
I recobrar
werkw.
1) volver a tener algo que se poseía -
terugkrijgen En la comisaría recobró lo que le robaron. - Op het politiebureau kreeg hij terug wat van hem was gestolen. |
2) volver a experimentar un sentimiento que se había sentido en el pasado -
opnieuw voelen recobrar la alegría - opnieuw vreugde voelen |
II recobrarse
werkw.
mejorar de una enfermedad o conmoción sufrida -
(weer) herstellen Se recobra después del trauma del accidente. - Hij herstelt zich na het trauma van het ongeluk. |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
recobrar (ww.) | herkrijgen (ww.) ; heroveren (ww.) ; hervinden (ww.) ; terugkrijgen (ww.) ; terugvinden (ww.) ; weerkrijgen (ww.) |
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `recobrar`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
ES: arreglarES: cobrarES: convalecerES: corregirES: mejorarES: reconquistarES: recuperarES: recuperarseES: rehabilitarES: reponerse