Vertaal
Naar andere talen: • recobrar > DErecobrar > ENrecobrar > FR
Vertalingen recobrar ES>NL

I recobrar

werkw.
Uitspraak:  [reko'βɾaɾ]

1) volver a tener algo que se poseía - terugkrijgen
En la comisaría recobró lo que le robaron. - Op het politiebureau kreeg hij terug wat van hem was gestolen.

2) volver a experimentar un sentimiento que se había sentido en el pasado - opnieuw voelen
recobrar la alegría - opnieuw vreugde voelen


II recobrarse

werkw.
Uitspraak:  [reko'βɾaɾse]

mejorar de una enfermedad o conmoción sufrida - (weer) herstellen
Se recobra después del trauma del accidente. - Hij herstelt zich na het trauma van het ongeluk.

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
recobrar (ww.) herkrijgen (ww.) ; heroveren (ww.) ; hervinden (ww.) ; terugkrijgen (ww.) ; terugvinden (ww.) ; weerkrijgen (ww.)
Bron: interglot


Voorbeeldzinnen met `recobrar`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
ES: arreglar
ES: cobrar
ES: convalecer
ES: corregir
ES: mejorar
ES: reconquistar
ES: recuperar
ES: recuperarse
ES: rehabilitar
ES: reponerse