Vertaal
Naar andere talen: • proveer > DEproveer > ENproveer > FR
Vertalingen proveer ES>NL

proveer

werkw.
Uitspraak:  [pɾoβe'eɾ]

1) proporcionar lo necesario para un fin - voorzien
Proveen de alimento al campamento. - Ze voorzien het kampement van eten.

2) ocupar un empleo o cargo con alguien - vervullen
proveer el cargo de embajador - de functie van ambassadeur vervullen

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
proveer (ww.) leveren (ww.) ; optooien (ww.) ; toerusten (ww.) ; uitrusten (ww.) ; zich uitdossen (ww.) ; zich uitmonsteren (ww.) ; zich uitrusten (ww.)
proveer een boekhandel voorzien ; voorzien
Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.; Wikipedia


Voorbeeldzinnen met `proveer`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
ES: abastecer
ES: acicalar
ES: acondicionar
ES: adornar
ES: aprovisionar
ES: armar
ES: arreglar
ES: ataviar
ES: avituallar
ES: colocar