Puzzelen
Puzzelwoordenboek
Cryptogrammen
Anagrammen
Puzzelhulp
Vertalen
Woorden vertalen
Voorbeeldzinnen
Tekst vertalen
Synoniem
Synoniemen
Antoniemen
Vervoegen
Meer
Dialectenwoordenboek
Rijmwoordenboek
Woordspelletjes
Anagrammen
Encyclo.nl
Woorden.org
MWB
Vertalen
abastecer (ES>NL)
van NL
van EN
van DE
van FR
van ES
naar NL
naar EN
naar DE
naar FR
naar ES
Vertaal
Naar andere talen: •
abastecer > DE
•
abastecer > EN
•
abastecer > FR
Vertalingen abastecer ES>NL
I
abastecer
werkw.
Uitspraak:
[
a
β
a
st
e
ˈ
ɑu
e
ɾ]
proporcionar cosas necesarias
-
(toe)leveren , bevoorraden
abastecer de elektricidad
-
van elektriciteit voorzien
II
abastecerse
werkw.
Uitspraak:
[
a
β
a
st
e
ˈ
ɑu
e
ɾs
e
]
equiparse con cosas necesarias
-
zich van het nodige voorzien
La ciudad se abasteció de agua.
-
De stad heeft een watervoorraad aangelegd.
© K Dictionaries Ltd.
Overige bronnen
abastecer
(ww.)
bevoorraden
(ww.)
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `abastecer`
Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
ES:
abastecer de víveres
ES:
aprovisionar
ES:
avituallar
ES:
equipar
ES:
facilitar
ES:
guarnecer
ES:
pertrechar
ES:
proveer
ES:
proveer de vituallas
ES:
suministrar
Ook in de database
abastecerse de
abastecerse de
abastecerse de
abastecerse de
Zojuist vertaald
ES>NL:
abastecer
ES>NL:
anillo aromatico
ES>NL:
liquidez de los bancos
ES>NL:
cachón para duelas
ES>NL:
antro
ES>NL:
extracción de gas natural
ES>NL:
letalidad
ES>NL:
silicio
ES>NL:
repartidor de entrada
ES>NL:
emmenthal
ES>NL:
oídio del melón
ES>NL:
soltero
ES>NL:
meter el dedo
ES>NL:
consternar