Vertalingen temporal ES>NL
I temporal
bijv.naamw.
1) que es propia de la dimensión del tiempo -
van de tijd Las unidades de medida temporal son convencionales. - De maateenheden van de tijd zijn conventioneel. |
2) que dura un espacio de tiempo relativamente corto -
tijdelijk Este empleo es temporal, lo tomé sólo por el verano. - Dit werk is tijdelijk, ik heb het alleen voor de zomer aangenomen. |
3) que tiene una duración determinada y finita -
tijdelijk El poder de los hombres es temporal. - Het gezag van de mannen is tijdelijk. |
II el temporal
zelfst.naamw.
perturbación atmosférica caracterizada por fuertes vientos y lluvias persistentes meteorologie -
storm Un temporal de lluvia y granizo afectó fuertemente al sector agrícola. - Een storm van regen en hagel heeft ernstige gevolgen gehad voor de landbouwsector. |
capear el temporal (=evitar con habilidad una situación difícil o problemática) - zich uit de problemen redden
Sabe capear el temporal en la oficina. - Hij weet zich op kantoor uit de problemen te redden.
|
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
temporal (znw.) | zwaar weer (znw.) ; de storm (m) |
el temporal (m) | de onweersbui (v) ; het onweer ; de bui (v) |
el temporal | volle storm ; frisse wind |
temporal | voorlopig ; zolang ; voorbijgaand ; tussentijds ; temporeel ; provisorisch ; kortstondig ; aards ; stormachtige wind ; zware storm ; tijdelijk |
Bronnen: interglot; Wikipedia; Diving dictionary; Download IATE, European Union, 2017.
Voorbeeldzinnen met `temporal`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
ES: de momentoES: entretantoES: pasajeroES: por ahoraES: por el momentoES: provisionalES: tempestadES: temporaneoES: tiempo de perrosES: tormenta