prescribir - Vertaling Spaans-Nederlands

Vertalingen prescribir ES>NL

I prescribir

werkw.

Uitspraak:

[pɾeskɾi'βiɾ]

1) determinar una orden - voorschrijven

La ley prescribe multas a los infractores. - De wet schrijft boetes voor aan de overtreders.

2) mandar un médico el uso de un medicamento o el seguimiento de un tratamiento - voorschrijven

prescribir un antibiótico - een antibioticum voorschrijven

werkw.

extinguirse una responsabilidad por vencer el plazo de su ejecución - verjaren

Ha prescrito nuestra deuda. - Onze schuld is verjaard.

Overige bronnen

prescribir (ww.)	bevelen (ww.) ; dicteren (ww.) ; een brief dicteren (ww.) ; gebieden (ww.) ; gelasten (ww.) ; voorschrijven (ww.)
prescribir	spreekuur houden ; voorschrijven

Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.

Voorbeeldzinnen met `prescribir`

Voorbeeldzinnen laden....

Synoniemen

ES: acaudillar
ES: dar orden de
ES: decretar
ES: determinar
ES: dictar
ES: dictar una carta
ES: dirigir
ES: disponer
ES: dominar
ES: establecer