Vertaal
Naar andere talen: • dominar > DEdominar > ENdominar > FR
Vertalingen dominar ES>NL

I dominar

werkw.
Uitspraak:  [domi'naɾ]

1) ejercer un poder o control sobre algo o alguien - onder controle hebben
dominar a los empleados - de werknemers onder controle hebben

2) conocer bien una disciplina - beheersen
dominar la química - de scheikunde beheersen

3) saber utilizar algo con total destreza - bekwaam zijn in
dominar la guitarra - de gitaar goed spelen


II dominarse

werkw.
Uitspraak:  [domi'naɾse]

ejercer control sobre uno mismo - zich beheersen
Tiene que dominarse si pretende dirigir personas. - Hij moet zich beheersen als hij leiding wil geven aan mensen.

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
dominar (ww.) insluiten (ww.) ; verderreiken (ww.) ; toevoegen (ww.) ; temmen (ww.) ; regeren (ww.) ; overheersen (ww.) ; onderwerpen (ww.) ; onder de knie hebben (ww.) ; omvatten (ww.) ; matigen (ww.) ; machtiger zijn (ww.) ; macht uitoefenen (ww.) ; leerstof beheersen (ww.) ; intomen (ww.) ; heersen over (ww.) ; heersen (ww.) ; heerschappij voeren (ww.) ; gezaghebben (ww.) ; domineren (ww.) ; de overhand hebben (ww.) ; bijvoegen (ww.) ; bijsluiten (ww.) ; beteugelen (ww.) ; beheersen (ww.) ; bedwingen (ww.) ; bedaren (ww.)
dominar overheersen
Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.


Voorbeeldzinnen met `dominar`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
ES: abarcar
ES: abrazar
ES: adjuntar
ES: agregar
ES: aislar
ES: comprender
ES: comprimir
ES: contener
ES: contornear
ES: controlar