Vertalingen dominar ES>NL
I dominar
werkw.
1) ejercer un poder o control sobre algo o alguien -
onder controle hebben dominar a los empleados - de werknemers onder controle hebben |
2) conocer bien una disciplina -
beheersen dominar la química - de scheikunde beheersen |
3) saber utilizar algo con total destreza -
bekwaam zijn in dominar la guitarra - de gitaar goed spelen |
II dominarse
werkw.
ejercer control sobre uno mismo -
zich beheersen Tiene que dominarse si pretende dirigir personas. - Hij moet zich beheersen als hij leiding wil geven aan mensen. |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
dominar (ww.) | insluiten (ww.) ; verderreiken (ww.) ; toevoegen (ww.) ; temmen (ww.) ; regeren (ww.) ; overheersen (ww.) ; onderwerpen (ww.) ; onder de knie hebben (ww.) ; omvatten (ww.) ; matigen (ww.) ; machtiger zijn (ww.) ; macht uitoefenen (ww.) ; leerstof beheersen (ww.) ; intomen (ww.) ; heersen over (ww.) ; heersen (ww.) ; heerschappij voeren (ww.) ; gezaghebben (ww.) ; domineren (ww.) ; de overhand hebben (ww.) ; bijvoegen (ww.) ; bijsluiten (ww.) ; beteugelen (ww.) ; beheersen (ww.) ; bedwingen (ww.) ; bedaren (ww.) |
dominar | overheersen |
Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.
Voorbeeldzinnen met `dominar`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
ES: abarcarES: abrazarES: adjuntarES: agregarES: aislarES: comprenderES: comprimirES: contenerES: contornearES: controlar