1. MWB
  2. Vertalen
  3. planchar (ES>NL)
Vertaal
Naar andere talen: • planchar > DE • planchar > EN • planchar > FR
Vertalingen planchar ES>NL

planchar

werkw.
Uitspraak:  [plan'ʧaɾ]

1) quitar las arrugas a la ropa con una plancha - strijken
planchar una falda - een rok strijken

2) poner lisa una cosa - gladstrijken
Voy a la peluquería para que planchen mi cabello. - Ik ga naar de kapper om mijn haar te laten gladstrijken.

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
planchar (ww.) effenen (ww.) ; egaliseren (ww.) ; gelijkmaken (ww.) ; gladmaken (ww.) ; gladstrijken (ww.) ; oppersen (ww.) ; strijken (ww.)
planchar de schacht strijken
Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.


Voorbeeldzinnen met `planchar`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
ES: alisar
ES: allanar
ES: aplanar
ES: arriar
ES: cubrir
ES: entretelar
ES: igualar
ES: nivelar
ES: perfeccionar
ES: pulir